Welkom bij de
Reumapatiëntenvereniging Zoetermeer e.o.

lettergrootte:   A+ Ao
anbi_t.png


Meedoen aan onderzoek naar biological

Een nieuw medicijn tegen reuma wordt alleen geregistreerd en op de markt gebracht als het getest is bij mensen met reuma. In Groningen vindt momenteel onderzoek plaats naar een nieuwe biological. Er kunnen nog deelnemers worden geplaatst. "De eerste resultaten stemmen hoopvol".

De laatste jaren verschijnen in hoog tempo nieuwe biologicals op de markt, medicijnen tegen reuma, maar ook tegen andere ziekten. Meestal zijn de middelen extreem duur, maar wel effectief. De oudste en bekendste is infliximab, een zogeheten monoklonaal antilichaam (of Mab). Infliximab is gericht tegen ontstekingsstof TNF-alfa. Mab's die later op de markt kwamen zijn onder andere adalimumab, rituximab en tocilizumab (zie In Beweging december 2010 voor een overzicht).

Bij medisch onderzoeksinstituut PRA International in Groningen vindt momenteel onderzoek plaats naar de effectiviteit van een nieuwe `Mab'. De stof is nog niet geregistreerd maar heeft als werknaam MORAb-o22. PRA is op zoek naar mensen met reumatoïde artritis die willen meedoen aan het onderzoek.

Waarom een nieuw en waarschijnlijk weer erg duur medicijn, terwijl er al zo veel middelen zijn tegen reumatoïde artritis? Hoogleraar reumatologie Mart van de Laar adviseert het onderzoeksinstituut: "We beseffen steeds meer dat reumatoïde artritis een zeer complexe aandoening is met diverse uitingsvormen. Vandaar dat hetzelfde middel bij de één wel aanslaat en bij de ander niet. Of dat een middel bij dezelfde persoon eerst wel werkt en later niet meer. Bij reumatoïde artritis zijn vele stoffen van het afweersysteem betrokken en elk medicijn richt zich weer op een andere stof. Het middel dat PRA nu onderzoekt is gericht tegen cytokine GM-CSF en zo'n medicijn hebben we nog niet. Het is goed als we een breed arsenaal antireumatica tot onze beschikking hebben én dat dit verder wordt uitgebreid. Dat maakt dat we straks meer mensen bevredigend kunnen behandelen."

Mart van de Laar studeerde Geneeskunde aan de Universiteit van Amsterdam. Na zijn opleiding tot internist (Antoniusziekenhuis Utrecht/Nieuwegein) specialiseerde hij zich in de reumatologie (Jan van Breemen Instituut en Slotervaartziekenhuis Amsterdam). Hij is betrokken bij modernisering van het postdoctorale onderwijs tot arts en medisch specialist. Zijn onderzoeksexpertise ligt op het gebied van assessment van gezondheid vanuit het perspectief van patiënten in het bijzonder van reumatische ziekten.

Het eerste deel van het onderzoek — bij gezonde proefpersonen — heeft inmiddels plaatsgevonden en de resultaten met betrekking tot veiligheid en verdraagbaarheid waren zeer goed, zegt Van de Laar. Maar hoe kun je bij gezonde mensen een stof testen die bedoeld is tegen reuma? "Uiteraard dringt het middel bij gezonde mensen geen reumatoïde artritis terug, maar wat je wel kunt meten is de invloed ervan op het afweersysteem en op ontstekingsprocessen. Zulke processen zijn bij iedereen grotendeels gelijk. Het middel bleek ont- stekingsactiviteit sterk te kunnen onderdrukken. Daarom stemmen de resultaten hoopvol."

Aan medische proeven zijn altijd risico's verbonden. Hoe ligt dat bij MORAb-022? "In het eerste deel van het onderzoek zijn geen rare complicaties opgetreden, dus dat is bemoedigend. Verder krijgen per week niet meer dan twee deelnemers het middel toegediend. Dat verkleint de risico's. Mocht er onverhoopt iets misgaan, dan blijven de gevolgen beperkt."

Mart van de Laar adviseert niet alleen, hij hoopt van het onderzoek ook te leren. "Omdat het onderzochte middel gericht is tegen een lichaamsstof die we nog niet zo goed kennen, kan het ons iets vertellen over hoe ontstekingen ontstaan. Want zo langzamerhand weten we heel veel over reuma, maar heel veel ook niet. Over de precieze oorzaak van RA bijvoorbeeld tasten we nog altijd in het duister."

"Verder zit in het voorschrijven van een antireumaticum, ook als het geregistreerd is, altijd een gokelement. Je weet dat zo'n middel bij zeventig procent van de patiënten werkt, maar of het ook aanslaat bij de specifieke persoon die voor je zit, dat weet je niet. Het Groningse onderzoek kan ons helpen dergelijke finesses beter te begrijpen."

Aan het onderzoek kunnen mensen met reumatoïde artritis deelnemen bij wie behandeling met MTX (methotrexaat) en een ander antireumaticum onvoldoende zijn aangeslagen. De deelnemer is gedurende een periode van drie dagen in het onderzoekscentrum in Groningen aanwezig. Daarna moet hij of zij, voor diverse metingen, nog zeven keer op bezoek bij het centrum. Eén van de controles vindt plaats in Assen.

Tegenover deelname staat een financiële vergoeding plus vergoeding van de reiskosten per eigen vervoer of taxi. Na afloop worden de resultaten aan de deelnemers bekend gemaakt - in gewone-mensentaal, verzekert Van de Laar.

Wie belangstelling heeft voor deelname kan contact opnemen met PRA International, tel. 0900 — 22 55 772. Noem hierbij de studiecode 097211.

Een aantal data van de komende groepen

Groep

Datum onderzoek

kort bezoek op

12

09 -11 februari

14, 17 en 24 februari, 10, 24 maart, 7 april en 5 mei 2011

13

16-18 februari

21, 24 februari, 03, 17, 31 maart,14 april en 12 mei 2011

14

23 - 25 februari

28 februari, 03,10, 24 maart, 07, 21 april en 19 mei 2011

15

02 - 04 maart

 07,10,17 en 31 maart, 14 en 28 april en 26 mei 2011

16

 09 -11 maart

14,17 en 24 maart, 07, 21 april, 05 mei en o2 juni 2011

17

16 -18 maart

21, 24, 31 maart,14, 28 april, 12 mei, 09 juni 2011

18

23 - 25 maart

28, 31 maart, 07, 21 april, 05,19 mei,16 juni 2011

19

30 maart - 01 april

04, 07, 14, 28 april, 12, 26 mei, 23 juni 2011

Bron: In Beweging

 

              TOP